Verduurzaming in optima forma: “Van ijskelder tot kraamkamer”.

Verduurzaming in optima forma: “Van ijskelder tot kraamkamer”.

In het 18e- en 19e-eeuwse Kennemerland waren ijskelders het summum van status en praktisch vernuft. Op buitenplaatsen als Kennemeroord, Duinlust en Elswout bouwden vermogende families deze ondergrondse bouwwerken om in de zomermaanden voedsel en drank koel te houden. Geen luxe zonder nut en omgekeerd. Op Kennemeroord is de originele koepelkelder nog altijd te bewonderen, met zijn karakteristieke getoogde ingang. Ook op Duinlust is de kelder bewaard gebleven, net als op Elswout, waar vleermuizen tegenwoordig dankbaar gebruik maken van het constante klimaat.

Maar hoe werkte dat eigenlijk, ijs bewaren zonder elektrische koeling? Zodra de vijvers in de winter voldoende bevroren waren, werd het ijs in grote blokken gezaagd en met haken naar de ijskelder gebracht. Daar werd het zorgvuldig gestapeld, laag voor laag, afgewisseld met stro of zaagsel als natuurlijke isolatie tegen smelten. Onderaan lag een houten vlonder, gemaakt van duurzaam eiken of lariks, zodat het smeltwater kon weglopen en het ijs niet vastvroor aan de vloer.

Wat deze ijskelders zo bijzonder maakt, is niet alleen hun bouwkundige schoonheid, maar vooral hun verhaal. Ze tonen hoe innovatie en esthetiek samenkwamen op deze buitenplaatsen. Vandaag de dag zijn het stille getuigen van een tijd waarin men het leven tot in detail vormgaf, van zichtlijnen in de tuin tot ijsblokjes in het zomerdrankje. En soms krijgen die bouwwerken zelfs een tweede leven, als kraamkamer voor vleermuizen of als verborgen parel langs een wandelroute.

 

Gerelateerde Nieuwsberichten

Kraantje Lek: waar duinzand, dorst en kinderverhalen samenkomen.

Kraantje Lek: waar duinzand, dorst en kinderverhalen samenkomen.

Kraantje Lek, gelegen aan de voet van de Blinkert, kent een geschiedenis die teruggaat tot de tijd van Napoleon. Rond 1811 bivakkeerden hier Franse troepen in het duin, met zicht op het strategisch gelegen pad naar Zandvoort, Haarlem en de Haarlemmermeer.  De plek dankt haar naam aan een lekkende kraan met vers duinwater, tegenover de beroemde ‘Holle Boom’ volgens overlevering de geboorteplaats van kindertjes tot schrik én vermaak van generaties Haarlemse kleuters.

Klein Bentveld: erfgoed met een eigen koers

Klein Bentveld: erfgoed met een eigen koers

Wie Landgoed Klein Bentveld zegt, zegt visie in baksteen. Rond 1923 liet G. van Tienhoven hier een Buitenplaats bouwen naar ontwerp van Andries de Maaker, met een parkplan van Leonard Springer. Over het terrein liep ooit een Vinkenbaan waar de families Van Lennep en Enschedé jaagden op zondag, toen nog mét hoed, zónder vergunningsplicht. Dit was wonen als buitenmens met stand, smaak en een geweer in de kast.

Een zelfvoorzienend landgoed.

Een zelfvoorzienend landgoed.

Lang voordat de term ‘off-grid’ hip werd, bestonden er in Kennemerland al buitenplaatsen die volledig in hun eigen onderhoud voorzagen. Eén daarvan was de voorloper van het huidige Klein Bentveld: een zelfvoorzienend landgoed met moestuin, boomgaard, waterput, kippenhokken en zelfs een eigen bakhuis. Alles wat nodig was voor een comfortabel bestaan, werd ter plekke verbouwd, geoogst, gemolken of gebakken.