Verduurzaming in optima forma: “Van ijskelder tot kraamkamer”.

Verduurzaming in optima forma: “Van ijskelder tot kraamkamer”.

In het 18e- en 19e-eeuwse Kennemerland waren ijskelders het summum van status en praktisch vernuft. Op buitenplaatsen als Kennemeroord, Duinlust en Elswout bouwden vermogende families deze ondergrondse bouwwerken om in de zomermaanden voedsel en drank koel te houden. Geen luxe zonder nut en omgekeerd. Op Kennemeroord is de originele koepelkelder nog altijd te bewonderen, met zijn karakteristieke getoogde ingang. Ook op Duinlust is de kelder bewaard gebleven, net als op Elswout, waar vleermuizen tegenwoordig dankbaar gebruik maken van het constante klimaat.

Maar hoe werkte dat eigenlijk, ijs bewaren zonder elektrische koeling? Zodra de vijvers in de winter voldoende bevroren waren, werd het ijs in grote blokken gezaagd en met haken naar de ijskelder gebracht. Daar werd het zorgvuldig gestapeld, laag voor laag, afgewisseld met stro of zaagsel als natuurlijke isolatie tegen smelten. Onderaan lag een houten vlonder, gemaakt van duurzaam eiken of lariks, zodat het smeltwater kon weglopen en het ijs niet vastvroor aan de vloer.

Wat deze ijskelders zo bijzonder maakt, is niet alleen hun bouwkundige schoonheid, maar vooral hun verhaal. Ze tonen hoe innovatie en esthetiek samenkwamen op deze buitenplaatsen. Vandaag de dag zijn het stille getuigen van een tijd waarin men het leven tot in detail vormgaf, van zichtlijnen in de tuin tot ijsblokjes in het zomerdrankje. En soms krijgen die bouwwerken zelfs een tweede leven, als kraamkamer voor vleermuizen of als verborgen parel langs een wandelroute.

 

Gerelateerde Nieuwsberichten

Teylers Museum: kunst en wetenschap onder één dak.

Teylers Museum: kunst en wetenschap onder één dak.

Aan het Spaarne staat een gebouw dat niet alleen Haarlem, maar heel Nederland geschiedenis geeft: het Teylers Museum, opgericht in 1784 en daarmee het oudste museum van het land. Gesticht uit de nalatenschap van bankier Pieter Teyler van der Hulst, met als ideaal de bevordering van kunst en wetenschap. Geen pronkpaleis, maar een tempel van kennis en schoonheid.
De Haarlemse Mug

De Haarlemse Mug

Wie zich Haarlemmer noemt, krijgt er gratis een bijnaam bij: Mug. De oorsprong is minder eenduidig dan men zou denken. Sommigen zeggen dat de naam verwijst naar de moerassige gronden waarop Haarlem ooit is gebouwd waar muggen in zwermen boven de drassige velden dansten. Anderen verwijzen naar een spotnaam uit de middeleeuwen, toen Haarlem bekendstond om haar kleine maar hardnekkige bewoners.

Geen kraam, maar een monument met uitjes en zuur; Balk, Visch aan ‘t Spaarne.

Geen kraam, maar een monument met uitjes en zuur; Balk, Visch aan ‘t Spaarne.

Al meer dan een eeuw staat de familie Balk synoniem voor verse vis in Haarlem. Wat ooit begon met eenvoudige handel langs het Spaarne, groeide uit tot een vaste waarde in de stad. Generaties Haarlemmers vonden hun weg naar de kraam, waar de geur van haring en gebakken vis zich vermengt met het water en de wind. Niet zomaar een verkooppunt, maar een ontmoetingsplek die stilletjes zijn stempel drukte op het dagelijks leven van de Mug.