Landgoed Kareol: een verdwenen droom in Aerdenhout.

Begin 20e eeuw verrees in Aerdenhout een buitenplaats van ongekende allure: Landgoed Kareol. Opdrachtgever Julius Carl Bunge (vermogend graanhandelaar en gepassioneerd Wagneriaan) liet tussen 1908 en 1911 een villa bouwen, geïnspireerd op de burcht uit Tristan und Isolde. Architect Anders Lundberg ontwierp het geheel in Weense Sezession-stijl, met een 32 meter hoge toren, waarin een spiegel onder een hoek van 45 graden was geplaatst, omdat Carl z’n vrouw beloofd had dat zij vanuit huis de zee kon zien(!) Kareol was gebouwd in gewapend beton, rijk aan marmer en bekleed met mozaïeken van Max Läuger. Samen met Jachthuis Sint Hubertus op de Veluwe en Schapenduinen in Bloemendaal behoorde het tot de drie grootste particuliere woonhuizen van Nederland.
Na het overlijden van Bunges vrouw trok Carl zich terug in Kareol, dat hij tot zijn dood in 1934 deelde met huisvriendin Hilde Rusag. Tijdens de Tweede Wereldoorlog deed het dienst als herstellingsoord voor gewonde militairen. Daarna volgde verval. Hoewel het pand in 1977 monumentenstatus kreeg, mocht dat niet baten: in 1979 werd het gesloopt. Op het terrein verrees een appartementencomplex, met nog enkele zichtbare elementen uit het oorspronkelijke ontwerp, zoals de vijver en een pergola.
Vandaag de dag resten slechts herinneringen aan Kareol. Enkele tegeltableaus van Läuger zijn bewaard gebleven en te zien in het gemeentehuis van Bloemendaal. Toch leeft het verhaal voort: als symbool van een tijd waarin kunst, architectuur en ambitie elkaar vonden in steen. Voor wie houdt van karaktervol wonen is Kareol een herinnering aan wat mogelijk is als visie, middelen en schoonheid als een waarlijk artistiek Gesamtkunstwerk samenkomen.
Gerelateerde Nieuwsberichten
Je rijdt er van óf naar Mokum wekelijks langs. Soort Anton Pieck-creatie in de Efteling, maar wat is het?
26-9-2025 —
Het is de Amsterdamse Poort, de enige overgebleven stadspoort van Haarlem, gebouwd rond 1355. Ooit was dit dé doorgang naar Amsterdam, waar kooplieden, pelgrims en soldaten de stad verlieten of binnenkwamen. Wat nu pittoresk oogt, was ooit een stevig stuk stadsmuur met een strategische functie, beschermen wat binnen is én controleren wat van buiten komt.
Dreefzicht: van herensociëteit tot uitzonderlijk buitenshuis eten.
18-9-2025 —
Wie Haarlem kent, kent het monumentale Dreefzicht aan de Dreef, gebouwd in 1840 in de Haarlemmerhout. De Haarlemse rederijkerskamer Trou moet Blycken had het paviljoen als hun buitensociëteit, waar het leven gevierd en besproken werd in rook en rumoer. Later zwaaide Van der Valk er de scepter, met schnitzels en zalen waar de grandeur van weleer een tikje uit het zicht raakte.
Het Kinheimpark: een dorp in een dorp.
11-9-2025 —
Wie de Iepenlaan van Bloemendaal inrijdt, passeert de poort van het Kinheimpark. De gemetselde zuilen uit 1924 staan er nog altijd als stijlvol entree, een subtiele hint dat deze wijk een eeuw geleden iets bijzonders durfde te doen.
Want in een dorp dat bekendstond als exclusief villadorp, waar alleen de gegoede klasse zich een plek kon veroorloven, was het Kinheimpark een kleine revolutie. Hier kwamen huizen in Amsterdamse School-stijl mét rode bakstenen, erkers en een kap gedekt met pannen of riet, bereikbaar voor leraren, ambtenaren en middenstanders. In 1924 was de koop voor 6.000 gulden nét haalbaar. Al grapt een huidige bewoner: “Van mijn leraarsalaris zou ik me de koopsom van vandaag niet meer kunnen veroorloven”.