Huis Barnaart: een meesterwerk aan de Nieuwe Gracht.

Huis Barnaart: een meesterwerk aan de Nieuwe Gracht.

Op speciaal verzoek van Stef Rouwendal vertel ik u graag over één van de mooiste stadspaleizen van Nederland: Huis Barnaart. Dit neoclassicistische pareltje werd in 1804 gebouwd voor Willem Philip Barnaart, een puissant rijke koopman en politicus. Geïnspireerd door de Franse stijl van die tijd, liet hij een woning ontwerpen die niet alleen zijn status onderstreepte, maar ook de grandeur van de Amsterdamse grachtenpanden overtrof. Met een imposante gevel, rijk gedecoreerde interieurs en een indrukwekkend trappenhuis was dit het summum van luxe in de vroege 19e eeuw.

Barnaart gebruikte zijn huis niet alleen om in te wonen, maar vooral om indruk te maken. De met zijde beklede wanden, vergulde ornamenten en plafondschilderingen van Jacob Cats waren bedoeld om zijn bezoekers te imponeren. In feite was het huis een visitekaartje, een statement in baksteen en marmer. Want zoals elke makelaar weet: uitstraling verkoopt. En Barnaart begreep dat als geen ander.

Na zijn dood wisselde het pand verschillende keren van eigenaar, waarbij elke bewoner zijn eigen sporen naliet. In de 20e eeuw deed het dienst als kantoorruimte en dreigde het zijn oorspronkelijke allure te verliezen. Gelukkig werd het in 2021 opengesteld als museum, waardoor het publiek weer kan genieten van de grandeur die ooit exclusief was voor de elite.

Huis Barnaart laat zien dat een huis meer is dan een verzameling stenen. Het is een verhaal, een tijdsbeeld, een stille getuige van ambities en dromen. En net als bij een goede verkoop draait het om de juiste presentatie. Want of het nu 1804 of 2025 is: een huis met karakter en een goed verhaal blijft onweerstaanbaar.

 

Gerelateerde Nieuwsberichten

Je rijdt er van óf naar Mokum wekelijks langs. Soort Anton Pieck-creatie in de Efteling, maar wat is het?

Je rijdt er van óf naar Mokum wekelijks langs. Soort Anton Pieck-creatie in de Efteling, maar wat is het?

Het is de Amsterdamse Poort, de enige overgebleven stadspoort van Haarlem, gebouwd rond 1355. Ooit was dit dé doorgang naar Amsterdam, waar kooplieden, pelgrims en soldaten de stad verlieten of binnenkwamen. Wat nu pittoresk oogt, was ooit een stevig stuk stadsmuur met een strategische functie, beschermen wat binnen is én controleren wat van buiten komt.

Dreefzicht: van herensociëteit tot uitzonderlijk buitenshuis eten.

Dreefzicht: van herensociëteit tot uitzonderlijk buitenshuis eten.

Wie Haarlem kent, kent het monumentale Dreefzicht aan de Dreef, gebouwd in 1840 in de Haarlemmerhout. De Haarlemse rederijkerskamer Trou moet Blycken had het paviljoen als hun buitensociëteit, waar het leven gevierd en besproken werd in rook en rumoer. Later zwaaide Van der Valk er de scepter, met schnitzels en zalen waar de grandeur van weleer een tikje uit het zicht raakte.

Het Kinheimpark: een dorp in een dorp.

Het Kinheimpark: een dorp in een dorp.

Wie de Iepenlaan van Bloemendaal inrijdt, passeert de poort van het Kinheimpark. De gemetselde zuilen uit 1924 staan er nog altijd als stijlvol entree, een subtiele hint dat deze wijk een eeuw geleden iets bijzonders durfde te doen.

Want in een dorp dat bekendstond als exclusief villadorp, waar alleen de gegoede klasse zich een plek kon veroorloven, was het Kinheimpark een kleine revolutie. Hier kwamen huizen in Amsterdamse School-stijl mét rode bakstenen, erkers en een kap gedekt met pannen of riet, bereikbaar voor leraren, ambtenaren en middenstanders. In 1924 was de koop voor 6.000 gulden nét haalbaar. Al grapt een huidige bewoner: “Van mijn leraarsalaris zou ik me de koopsom van vandaag niet meer kunnen veroorloven”.