Hoe voorkwam men vroeger vernatting?
Een mooi voorbeeld hiervan zie je terug bij ‘De Relle’, één van mijn favoriete landgoederen, gelegen aan de Boekenroodeweg in Aerdenhout. Gebouwd rond 1922, architect A.P. Smits, Gemeentelijk Monument op een schiereilandje in de voormalige rel en bereikbaar via een stenen brug.
De naam alleen al roept direct associaties op, zeker nu in een tijd waarin o.a. Aerdenhout te maken heeft met vernatting. Vroeger werd water niet alleen als uitdaging gezien, maar ook slim geïntegreerd in het landschap. Een relle is een heldere waterstroom die in het najaar opwelt, gevoed door drangwater uit de duinen. In plaats van dit water weg te pompen, liet men het gecontroleerd door tuinen en vijvers stromen, zodat het uiteindelijk uitmondde in de Leidsevaart. Dit zorgde niet alleen voor natuurlijke afwatering, maar verrijkte ook het landschap. Een passender naam had dit landgoed dan ook niet kunnen krijgen.
Wat ‘De Relle’ verder zo bijzonder maakt, is het samenspel van architectuur en natuur. De bouwkundig en landschappelijk architect kregen destijds de vrije hand én dat is te zien. Neem de salle des dames, de salon waar ’s middags thee werd geschonken. De parketvloer was ingelegd met rozenmotieven, subtiel terugkerend in de ornamenten van het plafond. Deze elegante ruimte keek dan weer uit op een zorgvuldig aangelegde rozentuin, waar het motief uit de salon naadloos overging in het landschap.
Het zijn de praktische details die het verhaal compleet maken. Het trappenhuis voor de heer en vrouw des huizes heeft een luie trap, met kleine optredes en diepe aantredes. Het trappenhuis voor het personeel daarentegen is steiler en eenvoudiger. Zelfs het deurbeslag weerspiegelde het verschil: in het eerste trappenhuis was het van brons, ingelegd met ebbenhout, terwijl het personeel genoegen moest nemen met een soberder uitvoering.
En dan de badkamer op de tweede etage: een ruimte rondom bekleed met zink, met een douchekop midden in het plafond. Een vooruitstrevend gebaar naar het personeel? Niet echt. Het draaide om efficiëntie. In een tijd waarin de werkweek nog 5 ½ dagen telde, kon het personeel op zaterdagen binnen een uur douchen en daarna aan het werk in de tuin, een flinke tijdsbesparing ten opzichte van een halve dag in het badhuis. Praktisch en doordacht, maar vooral in het belang van de eigenaar.
Waar vernatting tegenwoordig als een probleem wordt ervaren, was het vroeger een natuurlijk gegeven dat men omarmde en slim gebruikte. ‘De Relle’ is daar een prachtig voorbeeld van: een waterloop die niet werd bestreden, maar benut als onderdeel van het landschap.
In Adagium van de makelaar binnenkort meer verborgen parels en hun geschiedenis.
Gerelateerde Nieuwsberichten
De Kroft: Een onverwachte sprong om de makelaar bij de les te houden.
27-11-2025 —
De Kroft ligt precies op de overgang van het Oosterduin naar het strandvlak. Aan de Oostzijde daalt het terrein, waardoor de kelder aan de straatzijde ineens onderhuis wordt. Smits zag deze complexe ligging niet als beperking, maar als kans. Hij ontwierp niet alleen de gevels en vormen, maar ook het interieur én de volledige tuin. Van lambriseringen tot zichtlijnen in het groen: alles is één totaalcompositie, zoals alleen de vroege twintigste eeuw dat durfde.
Ezeltjes, Landauers, Calèches en Vicotria’s…
20-11-2025 —
Aan de Zomerzorgerlaan in Bloemendaal staat een gebouw, dat meer vertelt dan zijn rustige gevel doet vermoeden. In 1901 verrees hier de nieuwe stalhouderij van de gebroeders Böttger, ontworpen door W.P. Nederkoorn. Een bescheiden pand, maar gebouwd op een fundament van familietradities die teruggaan tot Johannes Godfried Böttger, die al in 1817 vanuit Zierikzee naar Bloemendaal trok. Generaties lang verzorgden de Böttgers vervoer voor het dorp en de buitenplaatsen: paarden, ezels, karren en later de eerste koetsdiensten. De stalhouderij werd een vertrouwd ankerpunt in het dorpsritme, waar bedrijvigheid en dienstbaarheid hand in hand gingen.
Teylers Museum: kunst en wetenschap onder één dak.
5-11-2025 —


