Een zelfvoorzienend landgoed.

Een zelfvoorzienend landgoed.

Lang voordat de term ‘off-grid’ hip werd, bestonden er in Kennemerland al buitenplaatsen die volledig in hun eigen onderhoud voorzagen. Eén daarvan was de voorloper van het huidige Klein Bentveld: een zelfvoorzienend landgoed met moestuin, boomgaard, waterput, kippenhokken en zelfs een eigen bakhuis. Alles wat nodig was voor een comfortabel bestaan, werd ter plekke verbouwd, geoogst, gemolken of gebakken.

Zelfvoorzienend betekende: geen afhankelijkheid van dorpen of steden. Vers brood kwam niet van de bakker, maar uit de eigen oven. Melk kwam niet in flessen, maar rechtstreeks van de koe in de aanhorige stal. Zelfs brandhout werd uit het eigen bos gehaald, regenwater opgevangen, groente gekweekt in eigen tuinderij en geweckt voor de winter. Luxe ging hand in hand met praktische duurzaamheid, lang voordat dat een modewoord was.

Van de oorspronkelijke opzet van het landgoed is slechts weinig tastbaar overgebleven, maar het oorspronkelijke streven naar harmonie tussen mens, huis en landschap is nooit verdwenen. Voor wie zich afvraagt waar een mens echt blij van wordt, dan is dat niet alleen comfort maar ook de vrijheid om je eigen leven vorm te geven.

 

Gerelateerde Nieuwsberichten

Duin en Daal: wonen in een ontwerp van Springer.

Duin en Daal: wonen in een ontwerp van Springer.

Aan de Westzijde van Bloemendaal ligt tegen het Kopje een plan dat begrensd wordt door de Hoge Duin en Daalseweg, de Brederodelaan en de Bloemendaalseweg. Duin en Daal ontstaan onder de pen van landschapsarchitect Leonard Anthony Springer (1855–1940). Springer was een meester in het combineren van natuur en bebouwing. Hij ontwierp niet met de liniaal, maar met het oog van een schilder: slingerende lanen, zichtlijnen, die onverwachte vergezichten openen en een ritme van groen, dat de huizen omarmt.

Je rijdt er van óf naar Mokum wekelijks langs. Soort Anton Pieck-creatie in de Efteling, maar wat is het?

Je rijdt er van óf naar Mokum wekelijks langs. Soort Anton Pieck-creatie in de Efteling, maar wat is het?

Het is de Amsterdamse Poort, de enige overgebleven stadspoort van Haarlem, gebouwd rond 1355. Ooit was dit dé doorgang naar Amsterdam, waar kooplieden, pelgrims en soldaten de stad verlieten of binnenkwamen. Wat nu pittoresk oogt, was ooit een stevig stuk stadsmuur met een strategische functie, beschermen wat binnen is én controleren wat van buiten komt.

Dreefzicht: van herensociëteit tot uitzonderlijk buitenshuis eten.

Dreefzicht: van herensociëteit tot uitzonderlijk buitenshuis eten.

Wie Haarlem kent, kent het monumentale Dreefzicht aan de Dreef, gebouwd in 1840 in de Haarlemmerhout. De Haarlemse rederijkerskamer Trou moet Blycken had het paviljoen als hun buitensociëteit, waar het leven gevierd en besproken werd in rook en rumoer. Later zwaaide Van der Valk er de scepter, met schnitzels en zalen waar de grandeur van weleer een tikje uit het zicht raakte.