Een zelfvoorzienend landgoed.

Een zelfvoorzienend landgoed.

Lang voordat de term ‘off-grid’ hip werd, bestonden er in Kennemerland al buitenplaatsen die volledig in hun eigen onderhoud voorzagen. Eén daarvan was de voorloper van het huidige Klein Bentveld: een zelfvoorzienend landgoed met moestuin, boomgaard, waterput, kippenhokken en zelfs een eigen bakhuis. Alles wat nodig was voor een comfortabel bestaan, werd ter plekke verbouwd, geoogst, gemolken of gebakken.

Zelfvoorzienend betekende: geen afhankelijkheid van dorpen of steden. Vers brood kwam niet van de bakker, maar uit de eigen oven. Melk kwam niet in flessen, maar rechtstreeks van de koe in de aanhorige stal. Zelfs brandhout werd uit het eigen bos gehaald, regenwater opgevangen, groente gekweekt in eigen tuinderij en geweckt voor de winter. Luxe ging hand in hand met praktische duurzaamheid, lang voordat dat een modewoord was.

Van de oorspronkelijke opzet van het landgoed is slechts weinig tastbaar overgebleven, maar het oorspronkelijke streven naar harmonie tussen mens, huis en landschap is nooit verdwenen. Voor wie zich afvraagt waar een mens echt blij van wordt, dan is dat niet alleen comfort maar ook de vrijheid om je eigen leven vorm te geven.

 

Gerelateerde Nieuwsberichten

Kraantje Lek: waar duinzand, dorst en kinderverhalen samenkomen.

Kraantje Lek: waar duinzand, dorst en kinderverhalen samenkomen.

Kraantje Lek, gelegen aan de voet van de Blinkert, kent een geschiedenis die teruggaat tot de tijd van Napoleon. Rond 1811 bivakkeerden hier Franse troepen in het duin, met zicht op het strategisch gelegen pad naar Zandvoort, Haarlem en de Haarlemmermeer.  De plek dankt haar naam aan een lekkende kraan met vers duinwater, tegenover de beroemde ‘Holle Boom’ volgens overlevering de geboorteplaats van kindertjes tot schrik én vermaak van generaties Haarlemse kleuters.

Klein Bentveld: erfgoed met een eigen koers

Klein Bentveld: erfgoed met een eigen koers

Wie Landgoed Klein Bentveld zegt, zegt visie in baksteen. Rond 1923 liet G. van Tienhoven hier een Buitenplaats bouwen naar ontwerp van Andries de Maaker, met een parkplan van Leonard Springer. Over het terrein liep ooit een Vinkenbaan waar de families Van Lennep en Enschedé jaagden op zondag, toen nog mét hoed, zónder vergunningsplicht. Dit was wonen als buitenmens met stand, smaak en een geweer in de kast.

De geest van Landgoed Elswout

De geest van Landgoed Elswout

Landgoed Elswout is een uniek verhaal, dat start in 1633 onder Carel Jansz.du Moulin en later door Gabriel Mercelis werd voltooid die het zijn naam Elswout (Els’woud’) gaf. Hij liet o.a. de Marcellisvaart graven om zand af te voeren waarmee de aanleg van de buitenplaats financieel werd ondersteund. De invloedrijke familie Borski versterkten hun maatschappelijke positie via investeringen in het landhuis en het landschapspark, dat een voorbeeld wordt van klassieke buitenplaatscultuur. De omliggende waterpartijen, de slingerpaden en zichtassen tonen de ambitie om grandeur, functionaliteit en natuurbeleving samen te brengen, een aanpak waarin Elswout zich duidelijk onderscheidt van andere buitenplaatsen.