Duurzaam wonen? Dat deden ze in 1640 al.

Duurzaam wonen? Dat deden ze in 1640 al.

Lang voordat het energielabel werd uitgevonden, werd er in Heemstede al gebouwd met de eeuwigheid in gedachten. Huis te Manpad, gelegen aan de Herenweg, is zo’n plek waar steen, stijl en standvastigheid samenkomen. Gebouwd rond 1640 door Cornelis Heuts, en later voorzien van een tuin door Adriaan Speelman – met een ontwerp waar zelfs Versailles zich licht ongemakkelijk bij moet hebben gevoeld. Franse strakheid, Engelse speelsheid én een slangenmuur: want als je het doet, doe het dan goed. Dit huis weerspiegelt niet alleen een bouwstijl, maar ook een mentaliteit: investeren in kwaliteit die generaties overleeft. Je zou bijna denken dat ze toen al begrepen wat ‘duurzaam erfgoedbeheer’ betekende.

In 1954 werd het huis gekocht door Jan Visser, een man die niet op korte termijn dacht. Hij restaureerde het pand met aandacht voor historie, materiaal keuze en behoud. Geen snelle ingrepen of cosmetische make-overs, maar degelijk herstel, zónder het karakter uit de voegen te poetsen. Na zijn overlijden ging het eigendom over naar de Stichting Huis te Manpad, die sindsdien trouw dat gedachtegoed voortzet. In 2024 startte een nieuwe restauratie: met biobased dakisolatie, vernieuwd lood- en zinkwerk en zelfs monumentenglas in de ramen. Toekomstgericht, maar met respect voor het verleden.

En zo blijkt maar weer: echt goede gebouwen blijven niet alleen staan omdat ze mooi zijn, maar omdat er telkens mensen zijn die hun waarde herkennen en koesteren. Duurzaamheid is geen modewoord, het is een visie. En in de makelaardij is het precies dát wat telt. Want wat zijn vierkante meters waard zonder tijd, aandacht en vakmanschap?

Foto ©Kenneth Stamp

 

Gerelateerde Nieuwsberichten

De Kroft:  Een onverwachte sprong om de makelaar bij de les te houden.

De Kroft: Een onverwachte sprong om de makelaar bij de les te houden.

De Kroft ligt precies op de overgang van het Oosterduin naar het strandvlak. Aan de Oostzijde daalt het terrein, waardoor de kelder aan de straatzijde ineens onderhuis wordt. Smits zag deze complexe ligging niet als beperking, maar als kans. Hij ontwierp niet alleen de gevels en vormen, maar ook het interieur én de volledige tuin. Van lambriseringen tot zichtlijnen in het groen: alles is één totaalcompositie, zoals alleen de vroege twintigste eeuw dat durfde.

Ezeltjes, Landauers, Calèches en Vicotria’s…

Ezeltjes, Landauers, Calèches en Vicotria’s…

Aan de Zomerzorgerlaan in Bloemendaal staat een gebouw, dat meer vertelt dan zijn rustige gevel doet vermoeden. In 1901 verrees hier de nieuwe stalhouderij van de gebroeders Böttger, ontworpen door W.P. Nederkoorn. Een bescheiden pand, maar gebouwd op een fundament van familietradities die teruggaan tot Johannes Godfried Böttger, die al in 1817 vanuit Zierikzee naar Bloemendaal trok. Generaties lang verzorgden de Böttgers vervoer voor het dorp en de buitenplaatsen: paarden, ezels, karren en later de eerste koetsdiensten. De stalhouderij werd een vertrouwd ankerpunt in het dorpsritme, waar bedrijvigheid en dienstbaarheid hand in hand gingen.

Teylers Museum: kunst en wetenschap onder één dak.

Teylers Museum: kunst en wetenschap onder één dak.

Aan het Spaarne staat een gebouw dat niet alleen Haarlem, maar heel Nederland geschiedenis geeft: het Teylers Museum, opgericht in 1784 en daarmee het oudste museum van het land. Gesticht uit de nalatenschap van bankier Pieter Teyler van der Hulst, met als ideaal de bevordering van kunst en wetenschap. Geen pronkpaleis, maar een tempel van kennis en schoonheid.