Duin en Daal: wonen in een ontwerp van Springer.

Duin en Daal: wonen in een ontwerp van Springer.

Aan de Westzijde van Bloemendaal ligt tegen het Kopje een plan dat begrensd wordt door de Hoge Duin en Daalseweg, de Brederodelaan en de Bloemendaalseweg. Duin en Daal ontstaan onder de pen van landschapsarchitect Leonard Anthony Springer (1855–1940). Springer was een meester in het combineren van natuur en bebouwing. Hij ontwierp niet met de liniaal, maar met het oog van een schilder: slingerende lanen, zichtlijnen, die onverwachte vergezichten openen en een ritme van groen, dat de huizen omarmt.

Het plan van 18 hectare ademt de geest van de late 19de en vroeg 20ste eeuw, toen villaparken niet alleen comfortabele woonplekken moesten zijn, maar ook een vorm van cultuur. Duin en Daal kreeg 60 royale kavels, weelderige tuinen en lanen die als vanzelf de duinhellingen volgden. Geen rigide raster, maar een zorgvuldig gecomponeerde omgeving waarin natuur, architectuur en levensstijl in balans kwamen.

Gebogen lanen en groene kaders houden stand. Ze laten zien dat echte schoonheid niet in stenen wordt gemetseld, maar in de compositie van licht, ruimte en natuur. Duin en Daal leert dat de beste erfenis van een buurt niet het huis zelf is, maar het landschap dat het tot thuis maakt.

                    

Bron: Noord-Hollands Archief inv.nr. 52241 Plan van Exploitatie tot Villa-Park 1897-07-06, maquette schaal 1:1000, gedeelte Zuid-Duin en Daal, Leonard A. Springer.

Gerelateerde Nieuwsberichten

De Kroft:  Een onverwachte sprong om de makelaar bij de les te houden.

De Kroft: Een onverwachte sprong om de makelaar bij de les te houden.

De Kroft ligt precies op de overgang van het Oosterduin naar het strandvlak. Aan de Oostzijde daalt het terrein, waardoor de kelder aan de straatzijde ineens onderhuis wordt. Smits zag deze complexe ligging niet als beperking, maar als kans. Hij ontwierp niet alleen de gevels en vormen, maar ook het interieur én de volledige tuin. Van lambriseringen tot zichtlijnen in het groen: alles is één totaalcompositie, zoals alleen de vroege twintigste eeuw dat durfde.

Ezeltjes, Landauers, Calèches en Vicotria’s…

Ezeltjes, Landauers, Calèches en Vicotria’s…

Aan de Zomerzorgerlaan in Bloemendaal staat een gebouw, dat meer vertelt dan zijn rustige gevel doet vermoeden. In 1901 verrees hier de nieuwe stalhouderij van de gebroeders Böttger, ontworpen door W.P. Nederkoorn. Een bescheiden pand, maar gebouwd op een fundament van familietradities die teruggaan tot Johannes Godfried Böttger, die al in 1817 vanuit Zierikzee naar Bloemendaal trok. Generaties lang verzorgden de Böttgers vervoer voor het dorp en de buitenplaatsen: paarden, ezels, karren en later de eerste koetsdiensten. De stalhouderij werd een vertrouwd ankerpunt in het dorpsritme, waar bedrijvigheid en dienstbaarheid hand in hand gingen.

Teylers Museum: kunst en wetenschap onder één dak.

Teylers Museum: kunst en wetenschap onder één dak.

Aan het Spaarne staat een gebouw dat niet alleen Haarlem, maar heel Nederland geschiedenis geeft: het Teylers Museum, opgericht in 1784 en daarmee het oudste museum van het land. Gesticht uit de nalatenschap van bankier Pieter Teyler van der Hulst, met als ideaal de bevordering van kunst en wetenschap. Geen pronkpaleis, maar een tempel van kennis en schoonheid.